En het werd zomer… tijd voor reces én geploeter
De zomer is begonnen. Voor sommigen betekent dat politieke stilte, vakantie of reces. Voor anderen — in de zorgsector — betekent het ook wel… geploeter.
Opnieuw is er maatschappelijke commotie rond maatregelen die ten goede komen aan het onderwijs en het leger. Maar waarom eigenlijk? Ook dat zijn sectoren met knelpuntberoepen, net als de zorg. Als we écht iets willen doen aan het personeelstekort, moeten we durven investeren. Niet alleen in lonen, maar in werkbaar werk. In welzijn. In waardering.
Voor verpleegkundigen en zorgkundigen is werkdruk vandaag de dag dé grote rem op aantrekkelijkheid en retentie. De uitstroom is voelbaar. Het aantal collega’s dat actief blijft, neemt verder af. In dat economische klimaat is het verhogen van de ‘patient-nurse ratio’ — dus meer handen aan het bed — haast onhaalbaar. Maar dat mag geen reden zijn om bij de pakken te blijven zitten.
Wat dan wel? Taakherverdeling. Minder administratie. Automatisering waar mogelijk. En nieuwe vormen van zorgondersteuning. Creativiteit en samenwerking worden daarbij cruciaal.
Wat we níét begrijpen, is waarom men in deze precaire context ervoor kiest om de Hbo5-verpleegkundigen — zij die al jaren een stabiele kracht vormen in het werkveld — systematisch uit te hollen. Dat is niet alleen onbegrijpelijk, het is ronduit gevaarlijk. De impact daarvan zal vanaf 2026 voelbaar zijn op elke werkvloer. Steeds meer VVAZ'ers (verpleegkundigen verantwoordelijk voor algemene zorg) geven aan dat coördineren, complexere zorg en bijkomende druk hen nu al boven het hoofd groeien. En dan moet het moeilijkste nog komen.
Die druk uit zich ook op andere manieren. De agressie tegen zorgpersoneel neemt toe. Het pijnlijke incident in het Brusselse Brugmann herinnerde ons daar recent nog brutaal aan. Wat moet er nog gebeuren voor er écht wordt ingegrepen?
Wij blijven pleiten voor: een centraal meldpunt voor agressie tegen zorgverleners, een sectoroverstijgende aanpak met duidelijke vervolging van daders (rekening houdende met pathologie als verzachtende omstandigheid na meervoudig bevestigd expertenadvies), betere nazorg en ondersteuning van slachtoffers, meer opleiding en onderzoek naar preventie en weerbaarheid (ook met oog voor eigen aandeel van alle betrokkenen),
Welzijnsbeleid is geen luxe. Het is noodzaak. Waarom geen verpleegkundige welzijnsraden per sector, per werkomgeving, per gemeenschap ? Waarom geen individuele welzijnsbarometers per zorgteam of werkomgeving ? En ja, werkdrukmaatregelen moeten ook de sociale shifts en disbalans in levenskwaliteit aanpakken.
De komende weken brengen we dit alles scherper in kaart met onze achterban. Want wij luisteren, en wij spreken uit.
En dan is er natuurlijk het thema verloning. Niet het enige belangrijke, maar zeker niet te negeren. Waarom blijft de inhaalbeweging verloning voor zorgkundigen cfr IF/IC-belofte. We rekenen er alvast op dat Hbo5-verpleegkundigen geharmoniseerd worden in If/Ic. De toekomstige basisverpleegkundigen dienen hun ingeschaald als 14b…
We blijven positief volhardend. Samen bouwen we aan betere werkomstandigheden voor verpleegkundigen en zorgkundigen. De AUVB doet belangrijk werk, binnen zijn mogelijkheden. De BFHBOV vult ondertussen een belangrijk leemte in dat beleid en overleg. En bovenal: we doen dit als collectief, meer dan ooit. Niet omdat het makkelijk is. Wel omdat het noodzakelijk is.
Zorgzaam volhardend, samen vooruit.